Elke eitje, elke cel doet er toe.
Ze zijn allemaal even belangrijk.
Ik was zo blij met ‘mijn eitjes’ die op mijn blote buik geplakt zaten. Gisteren vertelde ik iemand over mijn ivf-behandeling, nu 20 jaar terug. Wat is dat toch een bizarre rollercoaster geweest. Een achtbaan is er niets bij. Het was een weg met hobbels, maar ook mooie momenten. Zo kijk ik nog steeds intens gelukkig terug op dat ene moment dat de gynaecoloog na de follikelpunctie de buisjes vol met vocht en ruim ’20 eitjes’ op mijn blote buik plakte. Daardoor bleven ze mooi op lichaamstemperatuur voor de reis naar een ander ziekenhuis.
Dag lieve eitjes
Het laboratorium waar ze de bevruchtingen deden was namelijk in een ander ziekenhuis. 45 minuten lang was ik in mijn nopjes met mijn eitjes. Ben ik gek geworden? Nee hoor. Die 45 minuten voelde ik me zo verbonden met mijn eigen eitjes. Ik was de moederkloek over haar eigen kroost. Af en toe legde ik liefdevol mijn hand op de buisjes zoals een zwangere vrouw dat ook vaak doet op haar buik. Ik voelde me letterlijk al een ‘beetje zwanger’. Ik sprak ze toe over de volgende stap die we gingen maken. In het andere ziekenhuis haalde ik voorzichtig de pleisters van mijn buik los en zet de buisjes op de balie. Dag lieve eitjes. Ik heb ze daarna nooit meer letterlijk gevoeld, maar de verbinding was er. En dat is een herinnering die ik koester.
Die 45 minuten hebben mij later aan het denken gezet.
Tijdens de ivf-behandeling ging ik letterlijk door allerlei stappen heen, waarbij overal mijn intentie en volle aandacht uitging naar elke stap om zwanger te worden. Voorbereidingen door goede voeding, vitaminen, beweging. Noem het maar op. Ik werd geleefd door de klok, de zak met hormonen, mijn afsprakenboekje voor ziekenhuisbezoeken, de echo’s. Niet echt romantisch, kan ik je vertellen. Noodgedwongen vindt de liefdesdaad in het ziekenhuis plaats. Als ik eraan terugdenk, dan is die ‘geplande klinische intimiteit’ met name hetgene waar ik geen goede herinneringen aan heb. Maar ja, het is de grens die ik overging om mijn diepste verlangen die ik had mogelijk te maken. Toch knaagde toen die ‘vorm van maakbaarheid van leven’ in aanwezigheid van zoveel buitenstaanders aan me.
Aan gevoelens valt niet te tornen.
Ik deed mijn ding, en deed wat er gevraagd werd in iedere volgende stap volgens protocol. Nu besef ik dat hoe klein mijn eicellen ook waren, zij voor mij voelde als de eerste succesvolle stap naar meer. Naar mijn wens, mijn hoop. Mijn eicellen waren het levende bewijs van mijn eigen blauwdruk. Mijn intentie om zwanger te worden maakte de verbinding zo sterk. Ik weet dat vooral in de medische wereld daar anders over gedacht wordt. En dat is okay. Iedereen mag hierover een eigen mening hebben. Maar aan gevoelens valt niet te tornen.
Waarom vertel ik dit nu?
Ik merk dat cliënten die ongewild kinderloos zijn vaak – niet iedereen – een sterke gevoelsband hebben met hun eicellen, spermacellen en (ingevroren) embryo’s. Net zoals ik met mijn eitjes. Alles doet er dus toe. Dat ervaren mensen bijvoorbeeld ook als een ziekenhuis belt, wanneer de uiterste bewaartijd van 5 jaar eraan zit te komen. De beslissing van vernietigen staat op papier protocollair geformuleerd, maar gevoelsmatig ligt dat niet zo eenvoudig. Jouw ziel en zaligheid ligt daar in een bevroren rietje. Vooral bij embryo’s is het de bevestiging van een samensmelting van twee partners. De opmars naar meer, het zo gewenste kindje. Het lijkt medisch gezien slechts een cel of een klompje cellen. Maar de beleving er achter is vaak niet onder woorden te brengen. Elke eitje telt, iedere spermacel doet mee. Alle cellen zijn belangrijk. En dat heeft ook aandacht nodig in de verwerking nadien. Er is een groot verschil tussen medisch ernaar kijken en de gevoelswaarde.
In mijn praktijk mag elk gevoel of iedere gedachte hierover er zijn.
Heeft mijn verhaal je geraakt?
En voel je dat je hierover wil praten? Blijf er niet mee rondlopen. Neem gerust contact met mij op. Dit geprek is gratis en geheel vrijblijvend.
Ongewild kinderloos is zeer moeilijk weet ik uit eigen ervaring. Als er na vijf mislukte ici behandeling jaren later spontaan toch een kindje komt dan moet je superblij zijn en mag je al helemaal niet rouwen/verdrietig zijn over de vijf “miskramen”. Natuurlijk ben ik superblij met mijn zoon, maar toch blijft het verdriet om de 5 mislukte ici terugplaatsingen en de eitjes die vernietigd werden omdat de embryo’s niet goed genoeg waren om ingevroren te worden.
Hi Elsbeth, dank voor je reactie. Het is herkenbaar wat je schrijft. Alsof het verdriet gewoon over moet zijn als er een kindje gekomen is. Maar ‘jouw embryo’s’ doen er toe en het is heel begrijpelijk dat je daar nog steeds verdriet om hebt. Deze gevoelens zijn heel normaal en mogen er ook helemaal zijn. Wat anderen er ook van vinden.